Het laatste nieuws


Rechtmaat BV Juristen verslaat wekelijks de belangrijkste uitspraken van de Raad van State.

Na 30 jaar nog geen rechten news1
Nog niet lang geleden kon de burger achter de brede rug van de Raad van state schuilen. Gemeentes die op wilden treden tegen ...

Meet- en rekenvoorschrift luchtkwaliteit van kracht news1
Op 27 november jl. is het Meet- en rekenvoorschrift bevoegdheden luchtkwaliteit (Mrv) in werking getreden. In het voorschrift staan regels over hoe gemeenten en provincies luchtkwaliteitonderzoeken moeten uitvoeren ...

De verhouding tussen de Auteurswet en het slopen van gebouwen news1
Welke mogelijkheid heeft een architect van een gebouw wettelijk gezien om zich, na oplevering aan de opdrachtgever/eigenaar, met aanpassingen van het gebouw of eventueel sloop te bemoeien? In hoeverre kan een architect zich op regels beroepen om ...

Na 30 jaar nog geen rechten 2007-01-02

Nog niet lang geleden kon de burger achter de brede rug van de Raad van state schuilen. Gemeentes die op wilden treden tegen illegale bouw of andere ongure praktijken kregen meestal de deksel op de neus.

De rechtsverwerking, de rechtszekerheid, en het gelijksbeginsel stonden aan een daadkrachtig optreden in de weg. Zelfs als deze barrières waren geslecht dan sneuvelde een besluit wel op een motiveringsgebrek. Elke bestuursjurist weet dat de RvS sinds enkele jaren een ongekende ommezwaai heeft gemaakt.

De standaardzinnen in elke uitspraak van de RvS zijn: Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren, dit te doen.

Dit kan zich voordoen indien concreet uitzicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien. van bijzondere omstandigheden is echter vrijwel nooit sprake en zelfs een nieuw ontwerpbestemmingsplan biedt (nog) geen concreet zicht op legalisatie omdat dat nog kan wijzigen.

Op 27 december 2006 (zaak nr. 200602264/1) verhardde de lijn van de RvS m.i. nog eens door te bepalen dat terecht een bouwvergunning was geweigerd voor het gedeeltelijk veranderen van een tuinbouwkas op een perceel in Schiedam. Het bouwplan voorziet in het gedeeltelijk veranderen (het vervangen van het dak, het plaatsen van vijf deuren in de gevel en het plaatsen van tussenwanden) van de tuinbouwkas op het perceel. het betrof hier ene legaliseringverzoek ten behoeve van de opslag van caravans in de (voormalige) tuinbouwkas.

Volgens de RvS behoefde de omstandigheid dat het college de opslag van caravans sinds 1972 heeft gedoogd geen aanleiding voor het college te zijn om ingevolge artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen. Hoewel formeel niets op aan te merken is deze conclusie van de RvS wel kort de bocht. In het burgerlijk recht verjaren de termijnen sneller!

Wel wordt nog vriendelijk opgemerkt dat het jarenlang gedogen aan handhavend optreden tegen de opslag van caravans in de weg zou kunnen staan, maar dit valt buiten de omvang van het geding. Waar de RvS eindigt, begint echter pas het probleem van de welwillende handhavingambtenaar. Tussen handhaving en vergunning zou namelijk niets moeten zitten. Of je handhaaft op de illegale situatie of je start een vrijstellingsprocedure (en verleent / weigert na belangenafweging de vrijstelling.

Maar ja,het is nu eenmaal heerlijk zitten op het pluche van de hoogste beroepsinstantie!



Meet- en rekenvoorschrift luchtkwaliteit van kracht 2006-12-20

Op 27 november jl. is het Meet- en rekenvoorschrift bevoegdheden luchtkwaliteit (Mrv) in werking getreden. In het voorschrift staan regels over hoe gemeenten en provincies luchtkwaliteitonderzoeken moeten uitvoeren.

Gemeenten en provincies moeten het voorschrift gebruiken om de gevolgen van voorgenomen bouw- en ruimtelijke plannen op de luchtkwaliteit te bepalen, bijvoorbeeld om bestemmingsplannen en milieuvergunningen te onderbouwen. De regeling bevat standaard rekenmethoden en schrijft algemene invoergegevens voor. Ook staan er bepalingen in over de verslaglegging van het onderzoek.

Het voorschrift is op 3 november 2006 in de Staatscourant gepubliceerd. Het Mrv is gebaseerd op artikel 6 van het Besluit luchtkwaliteit 2005.

BRON: www.ruimtelijkeontwikkeling.nu



De verhouding tussen de Auteurswet en het slopen van gebouwen 2007-01-02

Welke mogelijkheid heeft een architect van een gebouw wettelijk gezien om zich, na oplevering aan de opdrachtgever/eigenaar, met aanpassingen van het gebouw of eventueel sloop te bemoeien? In hoeverre kan een architect zich op regels beroepen om gewenste aanpassingen tegen te houden? Is goedkeuring van de architect noodzakelijk voordat veranderingen aangebracht kunnen worden?

Voor “aanpassingen” aan een gebouw geldt dat een architect op grond van de Auteurswet 1912 auteursrechtelijke bescherming kan doen gelden op zijn werk. Bij aanpassingen aan zijn werk kan de architect zich beroepen op zijn rechten ter bescherming van zijn persoonlijke reputatie en de integriteit van zijn werk. Zo kan de architect zich, op grond van artikel 25, lid 1, onder d van de Auteurswet, verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere aantasting van het werk die nadeel zou kunnen toebrengen aan zijn eer of goede naam.

Aannemers dienen met de auteursrechthebbende te overleggen over voorgenomen aanpassingen aan zijn werk. Daarmee kunnen problemen worden voorkomen. In geval dit niet is gebeurd of partijen er niet uitkomen en de eigenaar van het gebouw de aanpassingen doorzet, kan de architect herstel in de oorspronkelijke toestand vorderen.

De kans op succes van zo’n vordering is sterk verweven met de feiten en omstandigheden van het geval. De jurisprudentie (bijvoorbeeld HR 6 februari 2004, no. LJN: AN7830 www.rechtspraak.nl) laat evenwel zien dat de kans groot is dat weliswaar tot een inbreuk op het auteursrecht wordt geconcludeerd, doch dat de kans zeer klein is dat de aanpassing als gevolg daarvan stop zal wordt gelegd en herstel in de oorspronkelijke toestand zal worden opgelegd. De overwegingen hierbij -na een afweging van de wederzijdse belangen- zijn doorgaans dat de consequenties van een herstel in de oorspronkelijke toestand onevenredig groot zijn voor de eigenaar van het gebouw.

Waarschijnlijker is het dat een belangenafweging er toe zal leiden dat de eigenaar van het gebouw de immateriële schade aan de architect zal moeten vergoeden. Die schade wordt dan naar billijkheid vastgesteld.

BRON: www.ruimtelijkeontwikkeling.nu